De abdij ligt enigszins weggedoken achter de duinrand. Toch vangt ze veel wind. Zo dichtbij zee is er altijd wind, soms alleen een lichte bries maar af en toe ook een stevige storm. De dagen dat het in Egmond niet waait, zijn zeldzaam.

Het lijkt alsof de bouwheren de plaats van het klooster uitkozen omwille van die wind. Ze kochten een akker in het open veld en plantten er een haag bomen omheen, maar niet dicht genoeg om de wind te weren. Ze zetten er een hoog gebouw neer, zo hoog mogelijk om zo veel mogelijk wind te vangen. Ze creëerden bewust een plaats waar het altijd waaien zou. Want de kracht van de elementen brengt mensen tot zwijgen, maakt ze gevoelig, opent ze voor een ándere aanwezigheid. In het spel van de wind, of het nu een razende storm is of een zacht fluisterende zucht, komen ze tot een ervaring van de Eeuwige.

‘Adem ons open’, zingen de monniken in hun kerk. Laat uw Adem, uw Roeach, uw Geest in ons werken.

De wind is overal in de abdij waarneembaar. Hij overstemt de nachtstilte en doordringt de kloostercellen met een stille beweging van het Andere. Hij trekt door de lange gangen en het hoge trappenhuis als aanjager van een heilig vuur. Als je in de bibliotheek bent, hoor je de wind ritselen in de boeken. Ben je in de refter, dan voel je hem drukken tegen de hoge vensters. Ben je in de keuken, dan hoor je hem loeien in de afzuigkap. Sta je voor het venster, dan zie je hem spelen in de beukenhaag. Maar het duidelijkst aanwezig is de wind in de kerk. Daar doen de monniken hun best om boven het waaien uit te zingen. ‘Wees hier aanwezig, God van de machten…’ zingen ze bij aanvang van iedere gebedsdienst. Het antwoord van de Eeuwige is die wind die even voelbaar als ongrijpbaar is.

Vlakbij de kloosterpoort staat een beeldje dat de bezoekers welkom heet. Het is een monnik waarvan de kap hoog is opgewaaid. De fragiele man wordt bijna weggeblazen, maar hij blijft nog juist aan de grond dankzij een zware bijbel die hij stevig omklemt. Het beeldje stelt de heilige Adelbert voor, de apostel van het Kennemerland en patroon van de abdij. Sommige mensen zien in hem een dansende engel, met twee kleine vleugels op de rug. Ook dat is wat de wind met mensen doet: hij geeft ze vleugels.

Verschenen in:

Monnikenleven. Met foto’s van Armando Jongejan en een inleidende tekst van Charles van Leeuwen. Sint-Adelbertabdij 2018.