Midden in de stille corona-tijd verscheen deze nieuwe Italiaanse geschiedenis van de Nederlandse letterkunde, waaraan ook ik een hoofdstukje mocht bijdragen.

Om verschillende redenen is deze literatuurgeschiedenis interessant. Er zijn niet zoveel van dit soort overzichtswerken, al helemaal niet in het Italiaans. Dit boek verschijnt bij een gerenommeerde uitgever en krijgt een goede distributie, dat kan van de vorige Harba Lori fa! niet worden gezegd. Wat het boek eveneens ánders maakt, is dat het bijdragen bevat van veel jonge neerlandici. Niet de bekende stoffige en zwaarlijvige hoofdstukken van een oude en alwetende generatie, maar een boek met een fris en veelal interdisciplinair perspectief. Ik heb de indruk dat het boek inhoudelijk veel nieuws bevat, maar dat is een gedachte die ik nader zou moeten onderzoeken. De canon is vanuit het Italiaanse brede kunst- en literair-historische perspectief zeker anders dan in vergelijkbare Nederlandse en Engelse publicaties.

De uitgever is erin geslaagd om het boek niet té dik en te zwaar te maken, en ook dat is een gelukkig feit. In 520 pagina’s krijgt de lezer een goed hanteerbaar overzicht, met levendige illustraties, korte bibliografische verwijzingen en een flink aantal karakteristieke citaten in vertaling. Van harte aanbevolen!

Roberto Dagnino & Marco Prandoni (eds.) Cultura letteraria neerlandese. Autori, testi e contesti dal Medioevo a oggi (Milano, Hoepli 2020) 520 pp.