Italiaanse literatuurgeschiedenis van het land van Harba lori fa!

Het was een belangrijk project van de Nederlandse Taalunie, het Nederlands Letterenfonds en aanverwante organisaties om nieuwe, handzame Nederlandse literatuurgeschiedenissen (NLG) in de belangrijke Europese talen te ondersteunen. De Histoire de la littérature néerlandaise was in 1999 de eerste, A Literary History of the Low Countries was daarvan in 2009 het jonge Engelse zusje en dankzij een goede eindredactie ook een sterk verbeterde uitgave. Een heel andere tekst verscheen in 2006 in Duitsland onder de titel Niederländische Literaturgeschichte en ook in Italië kozen de samenstellers niet voor een vertaling of bewerking, maar voor Percorsi di letteratura fiamminga e olandese met een eigen opzet.

Een polyfoon werk

Praktisch heel het veld van Italiaanse neerlandici, senioren, junioren en aanverwante collega’s, werkte aan deze forse bundel mee, die na jaren van intensieve samenwerking en noeste vertaalarbeid in 2012 verscheen. Bewust lieten de samenstellers de pretentie los één samenhangend verhaal te brengen, ze kozen voor een bundeling van losse artikelen en daarmee voor een meervoudig, contrastrijk perspectief. Deze NLG bevat in totaal 36 essays, die ondanks vijf inleidingen voor de onderlinge samenhang, toch vooral een veelkleurig en gevarieerd mozaïek vormen. Zelfs de achterflaptekst bestaat uit losse citaten en illustreert dat Harba lori fa! een polyfoon werk is met systematische, speelse contrapuntmotieven.

Het oordeel van een student

Een van mijn masterstudenten zei eens over dit boek: ‘è fatto bene, ma non benissimo.’ Het is een goed boek, maar… Aan die kwalificatie moet ik vaak terugdenken, eigenlijk elke keer dat ik het boek opsla. Studenten die een boek twee jaar intensief gebruiken, er diverse tentamens mee voorbereiden en het als naslagwerk voor hun scripties gebruiken, kennen uiteraard de kwaliteiten en tekortkomingen ervan. Deze studente kende ook de situatie van ervoor, toen er geen enkele serieuze NLG in het Italiaans beschikbaar was. Vanuit het volstrekte niets was er ineens dit respectabele overzichtswerk, dat de Italiaanse lezer niet alleen een vakkundige presentatie van de Nederlandse letterkunde biedt, maar ook het domein van de Italiaanse neerlandistiek binnenleidt.

Studenten stellen uiteraard andere eisen aan boeken dan docenten en onderzoekers. Ze zijn blij met de makkelijke toegang tot deze NLG, die ze in pdf gratis kunnen downloaden. Ze kunnen er meteen mee aan de slag en hoeven zich geen breuk te sjouwen aan een loodzwaar lijfboek. Ze hadden waarschijnlijk wel graag iets meer tekstingrepen en eindredactie gezien, want sommige essays zijn breedsprakig, hebben een erg persoonlijke stijl of vragen om relatief veel voorkennis. Studentlezers worden geïnspireerd door de veelzijdigheid van het boek – elk hoofdstuk is anders – maar hebben aan het eind van hun leesavontuur niet echt het gevoel een goed overzicht te hebben. Veel artikelen bieden interessante inzichten, maar de tekst is relatief licht gehouden en allerlei wezenlijke feitjes zijn er niet systematisch in opgenomen (bv. jaartallen van eerste drukken, de meest gezaghebbende kritische uitgaven, etc.). Het thematische vertrekpunt zorgt voor soms verrassende diepgang en breedte, maar ook voor lacunes (bv. veel 17e– en 18e-eeuwse tragedie, echter zeer weinig over de komedie). Studentlezers hebben misschien last van overlap en herhalingen (bv. Betje Wolff komt in vier hoofdstukken ter sprake) en raken allicht een beetje in verwarring door de veelstemmigheid van dit overzichtswerk. Maar het overheersende oordeel moet toch zijn: è fatto bene… want de student wordt op haar wenken bediend en ruim getrakteerd.

Het oordeel van een docent

De docent kijkt weer anders en zal misschien vaker ma zeggen – onvermijdelijk bij dit soort boeken. Allereerst moet worden gezegd dat het leven van een Italiaanse neerlandicus met dit boek ánders is geworden. Er is nu een referentiepunt, een vakgebied in beeld en een klinkende dialoog. Het boek heeft een gigantisch bibliografisch apparaat, al blijft dat wat arbitrair in opzet. Er is gelukkig een uitvoerig namenregister, maar helaas geen zakenregister. Harba lori fa! leent zich goed voor verwerking in kleine beetjes tegelijk. Ik ken een docent die ervoor koos om het werk te gebruiken náást de bovengenoemde Engelse NLG, als een serie verdiepende en illustratieve essays die tot hun recht komen als studenten tegelijk een degelijk, doorlopend verhaal lezen – of althans die illusie hebben. Het boek bevat interessante visies, zoals om Belle van Zuylen gewoon als Nederlandse schrijfster mee te nemen, om Huizinga als literair auteur te beschouwen. En over het algemeen een zeer ruime, historische en culturele situering van de Nederlandse letteren. Harba lori fa! zoomt relatief vaak in op vrouwelijke auteurs. Voor wie de Nederlandse letteren kent een vanzelfsprekende keus, maar vergeleken met andere NLG’s is dit echt nog een nieuw geluid. Maar liefst een derde van dit Italiaanse boek gaat over de 20e eeuw, toch heb ik het gevoel dat de historische hoofdstukken domineren – en de beste zijn.

Nederlandse literatuur in een internationaal kader

“Het lot van de Nederlandse literatuur is curieus en ook onrechtvaardig,” zeggen de samenstellers in hun inleiding. “De invloeden van de buitenlandse letteren op de Nederlandse worden altijd maar weer onderstreept, terwijl er weinig mensen zijn die weten dat ook Vlaamse en Nederlandse auteurs niet zelden tekenden voor literaire vernieuwingen en geniale bijdragen…” Dit inzicht keert in tal van essays terug en wie de moeite neemt om Harba lori fa! echt te lezen, verwerft heel wat inzicht over de Europese betekenis en de vaak verrassend oorspronkelijke bijdrage van de Nederlandse letteren. Telkens weer worden de Nederlandse letteren in een internationaal kader geplaatst en vaak op verbluffend erudiete wijze – in passages die wel over de hoofden van de studentlezers heen zullen gaan en zich eerder richten tot de collega-docenten en specialisten. Soms is de toon van die passages wat verongelijkt, de lezer proeft dat de schrijvers te dikwijls hebben moeten uitleggen waarom hun literatuur de moeite van het bestuderen en onderwijzen waard is.

Samenwerking en vriendschap

Persoonlijk ben ik onder de indruk van de eensklaps zichtbaar geworden expertise die er in het veld is, maar ik vind het wel jammer dat van deze NLG niet duidelijker een publieksuitgave is gemaakt. Waarom een grappige, maar voor het grote publiek onbegrijpelijke titel? Waarom niet een uitgave bij een bekende uitgeverij, maar een werk dat alleen in eigen kring circuleert? Misschien moeten we echter niet te veel vragen stellen of kanttekeningen maken. Met dit boek heeft de Italiaanse neerlandistiek een grote stap voorwaarts gezet en is er ook een basis gelegd voor wat op dit moment het veld tekent: veel onderlinge samenwerking, veel dwarsverbanden en een overweldigende vertaal- en publicatiegolf.

Elke NLG heeft een eigen signatuur. Van de Franse is het verrassend hoeveel aandacht uitgaat naar de lezers en de receptie van literaire werken; van de Engelse hoeveel goed gekozen citaten ze bevat en leuke cultuurhistorische weetjes; van de Italiaanse hoeveel inbreng ze heeft gekregen van neerlandici van eigen bodem en hoeveel leuke en speelse Harba lori fa! in de tekst verwerkt zijn.

Harba lori fa! kan hier gratis worden gedownload.

Bovenstaande boekbespreking verscheen in het tijdschrift Internationale neerlandistiek (1997)

Jeannette E. Koch, Franco Paris, Marco Prandoni & Francesca Terrenato, Harba lori fa! Percorsi di letteratura fiamminga e olandese (Napoli 2012) 802 blz. ISBN 978-88-6719-005-8