Het is niet verwonderlijk dat de Franse Gouden Eeuw die schitterde met zijn politieke kardinalen Richelieu en Mazarin, zijn katholieke filosofen De Bérulle en Pascal en religieuze kerkhervormers François de Sales en Vincent de Paul, ook schitterde met zijn katholieke componisten. Dit programma laat u kennis maken met twee van de interessantste, Henry Dumont en Marc-Antoine Charpentier. Beiden waren ze werkzaam in Parijs en stonden ze in nauw contact met de (zeer devote) koning Louis XIV en zijn familie.

Een begaafde koning

Muziek en dans waren grote passies van Lodewijk de XIV (1638-1715), die al als jonge prins de verantwoordelijkheid kreeg voor een groot strijkorkest en persoonlijk diverse rollen in balletten vervulde. Volgens de overlevering kon Louis XIV geen noot lezen, maar had hij wel een scherp gehoor. Hij speelde luit, gitaar en clavecimbel en omringde zich graag met musici. Zijn hofcomponist was Lully, die niet alleen werd aangesteld als dirigent van het beste orkest van Europa maar ook politieke verantwoordelijkheden kreeg. Lalande en Couperin werden muziekleraren van de kinderen van de koning en Marin Marais was aan het hof een veelgevraagd instrumentalist. De muziek bloeide in en rond het Franse hof. Je kon er alle stijlen horen en spannende stilistische vernieuwingen waarnemen.

Een mislukte sollicitatie

In 1683 was Lodewijk XIV op zoek naar een nieuwe sous-maître (directeur-hofcomponist) van zijn Chapelle-Royale. Een van de voornaamste kandidaten was in ieders ogen Marc-Antoine Charpentier (1643-1704). Deze organist-componist had in Rome gestudeerd en was sinds zijn terugkeer in Parijs in 1670 een veelgevraagd musicus, met uitstekende ingangen in de adellijke en religieuze kringen. Charpentier kwam met de beste papieren door de eerste ronde van het koninklijke concours, maar trok zich terug wegens ziekte. Zo miste hij zijn officiële benoeming aan het meest muzikale hof van Europa van die tijd.

Een koninklijke positie werd Charpentier onthouden, of misschien moeten we zeggen: bespaard. Hij kwam niet verder dan een benoeming als muziekleraar van de neef van de koning, Philippe d’Orléans, de latere regent. Eigenlijk had Charpentier geen hofstatus nodig, hij was namelijk maître de chapelle van het Jezuietencollege van Parijs. Dat college had een enorme uitstraling en werd ook wel de ‘kerk van de Opéra’ genoemd. Charpentier beschikte er over een uitstekend ensemble en kon op hoog niveau missen, motetten en muziekdrama’s laten uitvoeren, wat hem tot een overweldigende productie aanzette. Charpentier rondde zijn briljante carrière af als maître de musique van de Sainte Chapelle in Parijs, een andere plaats die in niets hoefde onder te doen voor de muzikale rijkdom van het hof van de koning.

Theatrale aanleg

Vanwege de posities die Charpentier bekleedde, neemt de musique sacrée een belangrijke plaats in zijn oeuvre in: niet minder dan 500 religieuze composities zijn bewaard gebleven. Dit concert laat u de Pastorale horen… Een feestelijk stuk voor de kerst dat aan het hof werd uitgevoerd. Charpentier had zoals gezegd gevoel voor de opera en ook uit dit stuk blijkt zijn theatrale aanleg. Opvallend zijn de contrasten tussen de scènes van het volk (de herders) en die van de (hemelse) koninklijke sferen, opvallend zijn ook de stemmingswisselingen tussen de verschillende delen. Contrasten die – de barok eigen – muzikaal sterk worden uitvergroot. Er zijn voor de goede verstaander ook veel toespelingen in de tekst op de politieke onrust en de verwachtingen van de koning… Charpentier kon beschikken over uitstekende tekstschrijvers (hij was een close friend van Molière tot deze overleed) en benutte libretto’s ten volle voor literair, religieus en politiek commentaar. Dat was misschien gewaagd, maar het publiek (en het hof) leken dat juist te waarderen. De grootste kwinkslag in de pastorale is toch wel, dat de ook in de tijd van de Roi Soleil een andere koning met de eer ging strijken, namelijk het jonggeboren kerstkindje, de Roi Céleste en Sol iustitiae.

Niet de Zonnekoning, maar een klein prinsje ging met de eer strijken: het jonggeboren kerstkindje.

Een Limburgse migrant

Een generatie ouder dan Charpentier was Henry Dumont (1610-1684) uit het Limburgse Borgloon, die zijn opleiding in Maastricht en Luik had gekregen. Ook hij werd aangetrokken door het muzikale hoofdstad en kwam daar rond zijn dertigste aan. Als organist van de Saint Paul in Parijs maakte hij al snel naam, vooral na de publicatie van zijn eerste bundel motetten in 1652. Zo kwam hij tevens in dienst van de broer van de koning, de Hertog van Anjou, en na 1660 van koningin Maria-Teresa zelf. Hij kreeg posities die hem muzikaal veel kansen bonden maar ook veel inkomsten, onder andere door eervolle kerkelijke aanstellingen. Hij werd onsterfelijk doordat vijf van zijn missen tot het standaardrepertoire van de katholieke kerk gingen behoren.

Italiaanse invloeden

Dumont was door zijn opleiding goed vertrouwd met de Vlaamse polyfonie en beheerste het meerstemmige koorwerk als geen ander. Zijn succes school vooral in het feit dat hij deze wist te combineren met de nieuwere Italiaanse mode, die gevoel voor de dramatiek van de tekst, veel ritme en een joyeuse melodielijn aan het oude contrapunt toevoegden. Ook voor Dumont was, gezien zijn posities, het geestelijke repertoire het belangrijkste, hij schreef meer dan 100 petits motets die speciaal bedoeld waren voor vrouwenkloosters en tientallen grands motets voor uitvoeringen in de paleiscontext.

Muziek in de Franse kloosters en conventen

Voor dit concert hebben we enkele instrumentale werken en petits motets gekozen, Panis angelicus, Cantate Domin en Ave Gemma. Ze komen alle drie uit zijn Italianiserende debuutbundel van 1652 en leenden zich voor verschillende soorten uitvoeringen, met en zonder instrumenten, of met instrumenten die sommige zangpartijen vervingen. Ave Gemma, de smeekbede tot de Heilige Margareta, was speciaal bedoeld voor het beroemde klooster van Port-Royal, dat deze heilige als patrones had. Dumonts motetten bieden een interessant beeld van het muziekleven in de conventen van wat wel de Gouden Eeuw van het Franse katholicisme is genoemd. De muziek bloeide aan het hof van de Roi Soleil, maar niet minder in de kapellen en huiskamers van de adellijke families en hun vele kloosters.

Portret van Henry Dumont

Programme Ensemble vocal Marignan – Musique Sacrée au temps du Roi Soleil – Henry Du Mont & Marc-Antoine Charpentier – 2013