Vijfhonderd jaar geleden – het is welbekend – heeft Luther met zijn 95 stellingen de aanzet gegeven tot een ingrijpende kerkhervorming, die verder ging dan hij zelf ooit voor mogelijk had gehouden. Minder bekend is dat Luther ook de aanzet heeft gegeven tot een hervorming van de kerkmuziek, die zeker zo ingrijpend was als zijn ‘grote’ hervorming.

Dit programma van het Ensemble Vocal Marignan (najaar 2017-voorjaar 2018) brengt deze muzikale reformatie in beeld, met een keus uit het rijke protestantse repertoire van vier landen: Duitsland, Frankrijk, Nederland en Engeland. Het brengt een aantal van de belangrijkste protestantse genres ten gehore, zoals hymnes, meerstemmige psalmen en motetten, van representatieve hervormingscomponisten als Scheidt, Schütz, Purcell, Sweelinck en Bach, maar ook van componisten die zich nooit helemaal uitspraken maar wel met de hervorming sympathiseerden, zoals Josquin en Janequin. En uiteraard ontbreken de liederen van Luther zelf niet.

De nachtegaal van Wittenberg

Maarten Luther (1483-1546) gold als een goed zanger en bekwaam luitist en fluitspeler. Hij had een mooie, zij het enigszins zachte tenorstem en was muzikaal zo bedreven dat hem de bijnaam ‘De nachtegaal van Wittenberg’ werd toegedicht. Hij maakte graag samen met vrienden muziek en was daar al jong mee begonnen – want als scholier verdiende hij kost en inwoning door in een herberg te zingen. Luther schreef ook liederen, die enorm populair werden. Het lied was indertijd een belangrijk medium voor politieke en religieuze propaganda, want het kon snel worden gemaakt en makkelijk worden verspreid. Het kon overal worden opgevoerd en zorgde altijd voor aandacht en een sterk wij-gevoel. Zo verspreidden Luthers hymnes van de hervorming zich snel over heel Europa. Van Ein feste Burg ist unser Gott (een strijdlied naar psalm 46) is bekend dat het gezongen werd op slagvelden en in gevangenissen, op schavotten maar ook gewoon in de huiskamer en de kerk. Een andere klassieker is Verley uns Frieden, dat kan worden gezien als een gebed in oorlogstijd, maar ook als een maning tot burgerlijke gehoorzaamheid aan het adres van zovelen die de reformatie dreigden te misbruiken voor een eigen politieke agenda. Het is zeker dat Luther soms zelf de melodieën maakte, maar meestal beperkte hij zich tot het schrijven van een nieuwe tekst (contrafact) op een bestaande wijs– wat hij met groot vakmanschap deed.

Muziek op Luthers sterfbed

Luther had veel muzikale vriendschappen. De componist Johann Walter (1496-1570) was een trouwe vriend die veel van zijn teksten zou toonzetten. Tijdens zijn Romereis in 1510 leerde Luther de componist Josquin des Prez (1450-1521) kennen. De vriendschap met Josquin, die kapelmeester van het Vaticaan was, werd zeer hartelijk. In dezelfde maanden waarin de hervormingsideeën in de 27-jarige Luther rijpten, vanwege de kerkelijk misstanden die hij om zich heen zag, bestudeerde hij onder leiding van de 60-jarige maestro de nieuwste polyfonie en liturgische muziek. Het klikte zo goed tussen Luther en Josquin dat ze elkaars pionierswerk altijd bleven volgen. Luthers bewondering voor Josquin was zo groot, dat hij zijn dierbaren te kennen gaf dat hij op zijn sterfbed graag een madrigaal van hem wilde horen, Nymphes nappés, dat op meesterlijke wijze het introitus van de requiemmis met een wereldse madrigaaltekst verbond. Het is er niet van gekomen, want Luther overleed tamelijk onverwacht, terwijl hij op reis was, maar ook vijf eeuwen later mag dit madrigaal nog klinken ter nagedachtenis aan de vriendschap van twee grote muziekhervormers.

Een theologie van de muziek

Luther had een brede ervaring als uitvoerend musicus en werkte aan het hof van Keurvorst Frederik III in Wittenberg dikwijls samen met zijn hoforkest. Anders dan Calvijn, die absoluut niet muzikaal was, had Luther echt een visie op muziek. Men heeft wel gesproken over een ‘theologie van de muziek’, want in de woorden van Luther was muziek ‘een van de schitterendste gaven van God’.

in de woorden van Luther was muziek ‘een van de schitterendste gaven van God’

Er waren dus goede redenen om de muziek een belangrijke plaats te geven in Luthers nieuwe kerkbestel: muziek kon de uitwerking van het Woord van God ondersteunen en versterken. In de meerstemmige zettingen van die tijd, met uitvergrotingen van woorden en veel tekstherhalingen, kon dat Woord nog dieper bij de mensen binnenkomen. Muziekonderwijs werd dan ook een vast element op protestantse scholen en theologie-opleidingen. Een pastor die niet goed kon zingen, gold in de ogen van Luther en zijn navolgers als onbekwaam. Een van de karakteristieken van evangelische muziek was het streven naar een goed samenspel tussen geoefende zangers en de gemeente. De kerkmuziek van de hervorming onderging een soort ‘democratiseringsproces’ en werd gecultiveerd in alle huiskamers en kerken, niet alleen aan de hoven van vorsten en edelen. Vooral het samen zingen van de psalmen werd gecultiveerd: psalmen kregen een centrale plaats in het protestantse repertoire, zoals ook dit programma illustreert, waarbij de vertaling in de volkstaal uiteraard al snel zorgde voor het ontstaan van verschillende nationale tradities.

Gods Woord en een menselijk antwoord

Het oeuvre van Johann Sebastian Bach wordt algemeen gezien als hoogtepunt en wellicht eindpunt van de muzikale reformatie, omdat al Luthers intuïties over religieuze muziek daarin een uitwerking vonden. Dit geldt zeker voor Bachs motetten, geschreven in zijn meest productieve jaren, waarvan er vandaag één op het programma staat. Het Woord van God neemt in Bachs vocale oeuvre een centrale plaats in, in de vorm van letterlijke Schriftcitaten, maar het wordt omspeeld door poëzie die de persoonlijke beleving ervan uitdrukt en verdiept. Dit spannende samenspel tussen Gods woord en het menselijke antwoord, vindt een muzikale weerspiegeling in de combinatie van complexe polyfonie en eenvoudige, gevoelige meezing-koralen. De motetten laten horen hoe hoog het niveau was waarop in protestantse kringen, week in week uit, kon worden gemusiceerd – al klaagde Bach zelf wel over zijn zangers die hem in zijn virtuoze composities niet altijd konden volgen. Bach werkte het liefst met professionals, maar moest rekening houden met de principieel verregaande democratisering van de protestantse kerkmuziek.

Semper reformanda

In hoeverre Luthers kerkhervorming, die 500 jaar geleden een aanvang nam, in alle opzichten geslaagd is, is een punt van discussie. Het protestantse motto semper reformanda, is veelzeggend: het drukt uit dat die hervorming nog niet is voltooid, maar als het ware altijd blijft doorwerken en doorgaan.

Het protestantse motto semper reformanda is veelzeggend: de hervorming is nog niet voltooid, maar blijft doorwerken en doorgaan

Datzelfde motto semper reformanda lijkt van toepassing op de voortdurend naar nieuwe wegen en vormen zoekende protestantse kerkmuziek. Luther en zijn volgelingen hebben de tekst van psalm 95, zing een nieuw lied voor de Heer, zeer letterlijk genomen en ingezet op een principieel moderne, artistiek verantwoorde vormgeving van de religieuze muziek.

Programmaboekje en tekst in traduction française

De Luther a Bach – Marignan Concert Réforme – 2017-2018 Programma